Eerdere initiatieven hebben weinig zoden aan de dijk gezet maar nu is het eindelijk zover. Sinds 1 april (géén grap) heeft de Tweede Kamer een toezichthoudend orgaan dat waakt over de integriteit van de volksvertegenwoordigers. Het ‘College van onderzoek integriteit’ heeft als taak om klachten met betrekking tot de schending van de Gedragscode door Kamerleden te behandelen. Op het Haagse Binnenhof schort het al langere tijd aan betrouwbaarheid en ethiek. Dat heeft onder meer te maken met een groot aantal politici dat de afgelopen jaren de bocht is uitgevlogen. Het besef is inmiddels doorgedrongen dat er in de samenleving steeds kritischer wordt gekeken naar de wijze waarop politici zich gedragen. Tenslotte is niet integer gedrag dodelijk voor het vertrouwen van de kiezers.
PI-index
Wanneer we de laatste Politieke Integriteitsindex (PI-index) erbij pakken die de Volkskrant jaarlijks publiceert, is het nu een keer niet de VVD die als slechtste scoort maar het CDA. De meest spraakmakende integriteitsaffaire was het overtreden van de coronamaatregelen door Ferd Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid. Grapperhaus organiseerde een huwelijksfeest waarbij coronaregels werden geschonden. De minister bleef aan en kreeg een boete van 390 euro. Thierry Baudet kwam in opspraak door de uitspraak ‘Bijna iedereen die ik ken is antisemiet’ tijdens een etentje ten behoeve van teambuilding. Meest recent, de Commissie was nog niet eens geïnstalleerd, kwamen Sidney Smeets en Dion Graus negatief in het nieuws. Enkele jongeren verklaarden eind maart dat Smeets hen, terwijl zij nog minderjarig waren, op ongepaste wijze had benaderd. D66 stelde naar aanleiding van deze geluiden een onderzoek in maar nog voor de de uitkomst daarvan, legde Smeets zijn Kamerlidmaatschap neer. Dion Graus zou jarenlang zijn ex-vrouw hebben aangezet tot seks met particuliere beveiligers en dat zou zelfs in de Tweede Kamer zijn gebeurd.
Pikante taarten
Dit jaar viel op dat ook veel lokale politici slecht scoorden op integer gedrag. Jolisa Brouwer, de nummer drie op de kandidatenlijst voor de Tweede kamer namens de Islamitische Partij van de Eenheid in Den Haag bleek pikante taarten te verkopen. Bijvoorbeeld in de vorm van enorme penissen of borsten. Deze activiteit is in strijd met het gedachtegoed van de partij. In Limburg, waar de meeste kwesties plaatsvonden, was gemeente Horst het gesprek van de dag omdat men middels aanpassing van de regels Raymond Knops (toen nog CDA-kamerlid) zou hebben bevoordeeld bij aankoop van grond. Degenen die meer voorbeelden willen consumeren, raden we aan de PI-Index te bestuderen.
Ethische blindheid
Het College kan aan de bak want behalve eerdergenoemde kwesties waarvan er jaarlijks gemiddeld iets meer dan 40 voorkomen, is er nog een belangrijke activiteit die in Den Haag wordt gebezigd met ethische kanttekeningen: de lobbycratie. Het politiek hoogste beslisorgaan, de Eerste Kamer, zit vol met politici die vaak ook als lobbyisten voor meerdere organisaties actief zijn. Door een zetel in de Eerste Kamer kan een politicus zelfs een hoger uurtarief voor het lobbywerk vragen. Ook Tweede Kamerleden en lijstrekkers van politieke partijen zijn vaak actief als lobbyist. Naast laakbaar gedrag en deze lobbypraktijken, is er sprake van nóg een fenomeen waardoor politici het belang van de burgers uit het oog verliezen. Iedere politicus, ook op gemeentelijk niveau, zit namelijk in diverse netwerken. Vanaf dag één dat iemand lid wordt van zo’n netwerk, worden de contacten binnen het netwerk intensiever. Het belang van het netwerk telt steeds meer en men identificeert zich er steeds meer mee. Daarin speelt men elkaar de bal toe in plaats van aan de belangen van de burgers te denken. Dit gebeurt overigens niet altijd bewust, want er treedt een soort ethische blindheid op. Wie hier meer over wil weten, kan een interview over lobbycratie bekijken en beluisteren op het multimediale platform Café Weltschmerz. Willeke Slingerland, die onderzoek heeft gedaan naar corruptie, wordt in dit gesprek geïnterviewd door journalist Syp Wynia. Het is ontluisterend om te horen hoe politieke besluitvorming vaak tot stand komt.
Intrinsieke motivatie
Het College dat bestaat uit drie personen is goed bedoeld en kan zeker fungeren als stok achter de deur. Alleen om die reden al zou het goed zijn om het ook in de Eerste Kamer te introduceren. Maar het gaat in eerste instantie natuurlijk om de intrinsieke motivatie van een politicus om zowel als persoon en als volksvertegenwoordiger betrouwbaar te willen zijn. Daarbij is zeggen wat je doet en doen wat je zegt niet voldoende. Je moet ook een moreel kompas volgen. Gezien de actuele voorbeelden is dat een behoorlijke uitdaging, want dit vraagt vooral om meer verdieping in ethiek en het regelmatig trainen van de morele spieren. Dat is hard werken, zelfdiscipline opbouwen en het vermogen tot zelfreflectie. Je kunt je dan echt niet permitteren om achterover te gaan leunen. Wat je ervoor terugkrijgt is de moeite waard: vertrouwen en als politicus serieus genomen worden door de kiezers.